Cappadocië
Cappadocië heeft een van de meest imponerende landschappen ter wereld. Extreme erosie zorgt voor allerlei vreemde vormen, waaronder de beroemde kegels. Een ideale plek om te wandelen of voor een ballontocht.
Cappadocië is vooral beroemd door de ‘feeënschoorstenen’. Deze wonderlijke rotspartijen zijn ontstaan door de werking van regenwater op de diverse steensoorten. Op de bodem zie je zacht tufsteen met daar boven op hard kalksteen. In dit extreme sprookjesdecor wonen al duizenden jaren mensen. Letterlijk er in. Hier zie je grotwoningen, grotkerken en zelfs complete dorpen onder de grond. Met opvallend veel kunstwerken van de toenmalige bewoners.
Wie hier rond loopt zal verbaasd om zich heen kijken. Het landschap is kaal, wild en kleurrijk tegelijk. En het telt talloze vormen die onnatuurlijk lijken. Deze onwerkelijke wereld krijgt vaak het predicaat ‘sprookjeswereld’. Met veel legendes over feeën die in de kegels zouden wonen.
In dit verhaal speelt water een sleutelrol, zowel voor het landschap als de mensen hier. Dit is een plek waar je opvallend ver kunt kijken in het ruige binnenland van Turkije. En waar je een kijkje kunt nemen in het verleden van dit opmerkelijke gebied.
Wetenschappers denken dat het landschap is ontstaan door een serie van vulkaanuitbarstingen. Waarschijnlijk van de vulkanen Erciyes Dagi (3.917 meter hoog) en de Hassan Dagi (3.286 m). Een eruptie die mogelijk duizenden jaren heeft geduurd. Maar eenduidig zijn de geleerden niet in hun verhaal. De een zegt dat dit 10.000 jaar geleden moet zijn gebeurd, anderen hebben het over 40.000 jaar. Zeker is wel dat bovenop de bestaande tufsteenlaag een dikke laag van lava en vulkaanpuin komt te liggen.
Maar de volgende natuurkracht heeft het landschap daadwerkelijk gemodelleerd. Regen en wind zoeken hier al eeuwenlang een weg door de bovenste lavalaag. En als het water er eenmaal door heen is spoelt het zachte tufsteen weg. Waardoor grote gaten zijn geslagen in de bodem. Ook de Kizilirmak-rivier (met 1.151 kilometer de langste van Turkije) heeft voor diepe ravijnen gezorgd.
Het meest kenmerkend zijn de talloze lichtgekleurde kegels met een ‘hoed’ van donkere lava. De lava is veel harder dan het tufsteen eronder en verweerd dus minder snel. Deze vreemde paddestoelen zijn het bewijs van het verleden. En je ziet ze hier overal. Al strookt het niet met de naam Cappadocië. Deze komt uit het Perzisch, waar Katpatuka een omschrijving is voor ‘land van de mooie paarden’. Helemaal duidelijk is die verwijzing niet, maar waarschijnlijk hebben hier ooit wilde paarden gelopen.
De mens woont hier al lang. Wetenschappers hebben op diverse plekken overblijfselen uit de prehistorie gevonden. Maar over hen is niet al te veel bekend. Behalve dat ze de zon vereerden, omdat dat volgens hen de manier is om de levensgevaarlijke vulkanen stil te krijgen.
Cappadocië is volgens geleerden de thuisbasis van de Hettieten, maar van hun hoofdstad Hattusa is niets terug gevonden. Wel is uit onderzoek gebleken dat zij al voederplaatsen voor het vee in het zachte vulkanische gesteente hebben uitgegraven. Ook van hun opvolgers, de Phrygiërs en de Cimmeriërs, is niet veel bekend. Wel is duidelijk dat deze streek onder Perzisch bewind kwam van de 6de tot de 4de eeuw voor Christus.
Daarna is het Alexander de Grote die het gebied onder Romeinse invloed brengt. En met name rond Göreme en Urgüp de zachte rotsen gebruikt om graftombes te bouwen. Maar de ruige streek blijft verschoond van de diverse grote oorlogen die de Romeinen uitvechten. Het gebied wordt vooral gebruikt vanwege de zilver- en tinmijnen en producten als graan, papyrus, graniet, wierook en katoen.
De eenvoudig te modelleren tufsteenkegels zijn ideale huizen, relatief warm in de winter en koel in de zomer. Op diverse plekken lijken de heuvels op een gatenkaas, overal zijn openingen van woningen zichtbaar. Wanneer deze bouw is begonnen is niet helemaal duidelijk. In de heuvels zijn ook talloze grotten en kerken uitgehakt.
Er zijn zelfs complete dorpjes aangelegd. De dorpjes kennen een ingenieuze verdedigingswijze. Die lijkt op de manier hoe de Egyptenaren hun piramides hebben afgesloten. Dit is nodig omdat het christelijke geloof in de eerste eeuwen nog geen officieel geaccepteerd geloof is. Hierdoor moeten de bewoners geregeld vluchten voor Arabische roversbendes.
In de kerken, grotten en op talloze andere plekken zijn in de afgelopen 2.000 jaar veel christelijke tekeningen gemaakt. Het zijn eigenlijk fresco’s, waarvan sommige nu nog van een opmerkelijk goede kwaliteit zijn. Lange tijd mochten heiligen van de Islam niet worden afgebeeld, maar dit verbod is later voor christenen opgeheven. Waardoor een explosie aan afbeeldingen in de kerken ontstaat. Waarbij het leven van Jezus vaak centraal staat.
In de jaren ’50 wordt het wonen in de holwoningen door de Turkse overheid verboden. Onder meer om het landschap te beschermen. Voor zover dat kan, want het erosieproces gaat onverminderd voort. Waardoor het landschap blijft veranderen.
De kegels storten geregeld in, sommige kapelletjes hebben ooit diep in de rotsen gelegen, maar hun voorgevel is inmiddels ingestort. Gelukkig zie je ook weer nieuwe kegels ontstaan. Al gaat het erg langzaam, maar Cappadocië is voortdurend in beweging.